Geschiedenis mag dan misschien het mooiste vak ter wereld zijn, er les in geven is niet zo eenvoudig als het lijkt. Er is zoveel verleden, waarmee zoveel verhalen kunnen worden verteld en zoveel verschillende doelen kunnen worden nagestreefd, dat een docent geschiedenis voortdurend knopen doorhakt: dit onderwerp wel, deze gebeurtenis niet, dit voorbeeld wel, dat dwarsverband nog even niet. Om die keuzes te maken, is kennis van zaken nodig. Niet alleen over het vakgebied zelf, maar ook over de vraag hoe je geschiedenis voor leerlingen zinvol, leerbaar en haalbaar kunt maken.
Dit handboek is opgebouwd uit drie delen. Deel I werkt de visie uit van de auteurs op de concepten zinvol, leerbaar en haalbaar. Welke functies kan geschiedenis vervullen? Waarom is historisch denken belangrijk voor een democratische samenleving? Hoe komen we tot basisinzichten waar leerlingen iets aan hebben? En hoe sluit dat alles aan bij de vakbeleving en cognitieve ontwikkeling van leerlingen? Deel II gaat over de bouwmaterialen om historische kennis te verwerven en historisch denken te bevorderen: teksten, afbeeldingen, verhalen, film, ICT-toepassingen, de fysieke omgeving en erfgoed. Deel III gaat over het vormgeven van de lessen zelf: de leerdoelen, een pakkende instap, de uitleg, activerende werkvormen, en de toetsing – formatief en summatief.