Het boek Jeugdprofessionals tussen praktijk en overheidsbeleid behandelt de achtergronden, organisatie, beleidsvelden en -instrumenten van het jeugdbeleid. Het belicht ook het handelen van jeugdprofessionals, jeugdinstellingen en ambtenaren en de daaruit voortvloeiende dilemma’s en spanningsvelden. Het boek richt zich op het verwerven van basiskennis, beleidsprocedures en (achterliggende) theorieën, begrippen voor de praktijk van jeugdprofessionals.
Deze documenten bevatten bij elk hoofdstuk van het boek een aantal opdrachten, waarbij de toepassingsmogelijkheden voor de jeugdprofessional in het beleidsdomein centraal staan. Deze oefeningen en opdrachten richten zich niet alleen op het verdiepen van kennis en inzicht, maar ook op het verwerven van toepasbare beleidsvaardigheden die bruikbaar zijn in de beroepspraktijk.
De vragen, opdrachten en tips komen overeen met de inhoud van het leerboek. Ze bieden de mogelijkheid om beleidsprocessen van de (gemeentelijke) overheid in het brede jeugddomein, evenals die van de eigen organisatie/instelling, te identificeren, beter te begrijpen en waar nodig en zinvol, participatief te beïnvloeden. Hierdoor kunnen (aankomende) jeugdprofessionals doordachter en beter beleidscontextueel en -gericht handelen en zich als beroepsgroep staande houden in politiek-bestuurlijke processen van de overheid.
Per deel en hoofdstuk zijn er opdrachten en oefeningen geformuleerd. De keuze voor welke opdrachten of oefeningen toepasbaar zijn, hangt af van het leerniveau van de gebruiker en/of diens werk(stage)plek. Voor het beantwoorden van de vragen en het uitvoeren van de opdrachten en oefeningen is het raadzaam om eerst het betreffende hoofdstuk goed door te nemen.