Interactieve inhoud
Hoofdstuk 7 | Taalhandeling | Opdracht 1 | Meevoelen en geruststellen | Situatie 1
Hoofdstuk 7 | Taalhandeling | Opdracht 1 | Meevoelen en geruststellen | Situatie 1
                                    Voltooingsvoorwaarden
                                    
            
                    
                                    
                                        
                                    
                                
                        
                                
                                     
                                
                    
            Situatie 1
Luister eerst naar de zin.
Hoe kun je reageren? Kies een reactie.
- Wat erg voor jullie. Nouschka is zo’n leuke kat. Ik leef met je mee.
 - Maak je geen zorgen. Ik ben in gedachten bij je.
 - Kop op. Ga iets leuks doen, dan word je vanzelf blij.
 - Ik ben blij voor jullie. Ik weet hoe belangrijk die wedstrijd voor je was.
 - Het zal wel meevallen. Het vorige examen heb je ook goed gemaakt.
 - Ik kan me voorstellen dat je opgelucht bent, jullie hebben zo lang naar een huis gezocht.
 - Gecondoleerd. Ik weet dat jullie veel contact met elkaar hadden.