Hoofdstuk 4 | Taalhandeling | Opdracht 1 | Een voorstel doen en iets afwijzen | Situatie 1

Situatie 1

Luister eerst naar het voorstel.

Hoe kun je reageren? Kies een reactie.

• Sorry, het lukt niet om met de fiets te gaan. Mijn fiets is kapot.
• Sorry, daar hebben we geen behoefte aan.
• Sorry, ik heb nu geen tijd. Misschien een andere keer.
• Ik ben bang dat dat niet kan. Begin april heb ik een congres.
• Sorry, ik heb geen zin om op fietsvakantie te gaan.
• Eerlijk gezegd niet. Ik begin liever nu.