Hoofdstuk 6 | Taalhandeling | Opdracht 1 | Het met iemand / iets eens zijn | Situatie 1

Situatie 1

Luister eerst naar de zin.

Hoe kun je reageren? Kies een reactie.

• Dat hangt ervan af. Soms zijn uitdagingen echt niet leuk.
• Ik ben het met je eens. Dan moet je je ontspannen en geen werkmail sturen.
• Ik ben het niet met je eens. Niemand kan goed multitasken.
• Wat een onzin! Volgens mij werkt iedereen even hard.
• Ik ben het er niet mee eens. Dat heb ik ook tegen mijn baas gezegd.
• Ik ben het ermee eens. Veel stress is slecht voor iedereen.
• Je hebt gelijk, beweging is goed voor je.