Interactieve inhoud
Hoofdstuk 7 | Taalhandeling | Opdracht 1 | Meevoelen en geruststellen | Situatie 3
Hoofdstuk 7 | Taalhandeling | Opdracht 1 | Meevoelen en geruststellen | Situatie 3
Voltooingsvoorwaarden
Situatie 3
Luister eerst naar de zin.
Hoe kun je reageren? Kies een reactie.
- Wat erg voor jullie. Nouschka is zo’n leuke kat. Ik leef met je mee.
- Maak je geen zorgen. Ik ben in gedachten bij je.
- Kop op. Ga iets leuks doen, dan word je vanzelf blij.
- Ik ben blij voor jullie. Ik weet hoe belangrijk die wedstrijd voor je was.
- Het zal wel meevallen. Het vorige examen heb je ook goed gemaakt.
- Ik kan me voorstellen dat je opgelucht bent, jullie hebben zo lang naar een huis gezocht.
- Gecondoleerd. Ik weet dat jullie veel contact met elkaar hadden.