Interactieve inhoud
Hoofdstuk 8 | Taalhandeling | Opdracht 1 | Reageren op een discussiepartner | Situatie 2
Hoofdstuk 8 | Taalhandeling | Opdracht 1 | Reageren op een discussiepartner | Situatie 2
Voltooingsvoorwaarden
Situatie 2
Luister eerst naar de zin.
Hoe kun je reageren? Kies een reactie.
- Wat bedoel je precies? Vinden de kinderen school leuk of niet?
- Kun je die uitspraak met argumenten onderbouwen? Ik denk dat iedereen iets kan doen.
- Maar vind je niet dat je je afval moet scheiden?
- Mag ik je even onderbreken? Ik ben er volgende week niet.
- Nee, ik wil mijn verhaal graag even afmaken.
- Weet je dat zeker? Ik heb vandaag nog een mail over het onderzoek gekregen.