Doelgroep
Groep 5 tot en met 8

Lesdoelen
  • De leerlingen leren schriftelijk hun mening te formuleren over stellingen rondom hun identiteit in relatie tot de omgang met anderen, levensbeschouwelijke tradities en solidariteit (hoofd en handen).
  • De leerlingen leren de mening van een groep rondom een stelling over solidariteit op papier te formuleren en die in de klas mondeling toe te lichten (hoofd, hart en handen).

Bijbehorende kerndoelen
  • De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten (kerndoel 7).
  • De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger (kerndoel 36).
  • De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen (kerndoel 38).

Voorbereiding
Formuleer vier stellingen over identiteit en solidariteit binnen burgerschap (zie voor suggesties het kader hierna) en noteer elke stelling bovenaan een A4’tje. Zorg dat er voor elke groep een setje stellingen beschikbaar is. Denk van tevoren na over de rolverdeling bij de nabespreking: deze werkvorm biedt een goede mogelijkheid om kinderen aan het woord te laten die in de klas niet zoveel zeggen. Gebruik eventueel een foto over solidariteit – bijvoorbeeld de foto hierna over de gevolgen van corona – om het onderwerp te introduceren:

foto solidariteit

Uitvoering
Start door uit te leggen wat solidariteit is en ga in op vrijwillige en informele solidariteit. Wie kan vertellen wat dit zegt over of betekent voor je identiteit? Inventariseer kort de reacties. Verdeel dan de klas in groepjes van vier en geef ieder kind een A4’tje met een stelling. Laat ze hun reactie onder de stelling schrijven en vervolgens het blaadje zo opvouwen dat het volgende groepslid hun antwoord niet ziet maar de stelling wel zichtbaar blijft. Daarna geven ze het blaadje door aan de volgende. Als alle vier de leerlingen hun reactie hebben gegeven, krijgt de eerste leerling het blaadje terug. De leerling leest alle reacties van de groepsleden door en formuleert een consensus, een groepsmening.

Voorbeelden van stellingen rondom solidariteit:
  • Ik help elke dag wel iemand.
  • Er is een stem in mij die me regelmatig zegt dat ik voor iemand iets moet doen.
  • Het is goed wanneer de leerkracht elke week bespreekt hoe we het beste rekening met elkaar kunnen houden.
  • Het is begrijpelijk dat mensen van een moskee of kerk vooral mensen van hun eigen moskee of kerk helpen.

Nabespreking
Vraagt per groep naar de groepsmening op de stelling. Per stelling hoeven niet alle groepen hun mening te ventileren, alleen bij een afwijkende mening is het interessant dit te laten doen. Zorg ervoor dat alle groepen over een van de stellingen hun mening hebben kunnen geven. Het is aan de individuele groepsleden na te gaan of ze hun standpunt terug horen in de groepsmening. Bespreek ter afsluiting of er eenstemmigheid (consensus) bestaat over wat solidariteit is en wanneer je solidair bent.

Laatste wijziging: dinsdag, 21 maart 2023, 10:28