De Rotterdamse denker Erasmus getuigde al in de zestiende eeuw van wereldburgerschap toen hij in september 1522 aan kerkhervormer Huldrych Zwingli schreef: ‘Ik wil een burger van de wereld zijn, met iedereen bekend of liever ieders gast.’

De filosoof Kwane Anthony Appiah stelt in zijn boek Kosmopolitisme. Ethiek in een wereld van vreemden (2007) dat wereldburgerschap geen verheven verworvenheid is, maar ‘eenvoudig’ vorm krijgt in het openstaan voor de ander, interesse tonen voor de ander en het in gesprek gaan met de ander. In dat gesprek kun je vooral op zoek gaan naar overeenkomsten, zoals waardenoverlappingen.

  1. Erasmus en Appiah schrijven allebei dat ze een wereldburger zijn. In welke beschrijving herken jij jezelf het meest?
  2. Stel dat je een denker over wereldburgerschap in groep 7-8 mag behandelen. Wie kies jij: Erasmus of Appiah?
  3. Beschrijf wat voor soort wereldburger een leerling in groep 7-8 volgens jou moet zijn.

Laatste wijziging: dinsdag, 21 maart 2023, 10:33