Hulpmiddelen tijdens het examen

Tijdens het examen en ook in de oefenomgeving zie je rechtsboven in de paarse balk vier symbooltjes. Hier lees je hoe je kunt gebruiken.

  1. Het vergrootglas : als je hierop klikt, kun je de letters groter maken. Dat is handig als je bijvoorbeeld last hebt van dyslexie of niet goed kunt zien. Het helpt ook bij je tekst nalezen op spelfouten.
  2. Het vierkantje  : als je hierop klikt, krijgt de opgave onderin een oranje markering. Zo vind je de opgave snel terug als je hem later nog een keer wilt bekijken.
  3. Het vraagteken : als je hierop klikt, krijg je informatie over de drie hulpmiddelen (hulpmiddeleninformatie). 
  4. Het letterplankje : als je hierop klikt, krijg je 26 speciale letters en tekens te zien (zie het plaatje hierna) die je kunt gebruiken bij het typen. Je wilt bijvoorbeeld typen: ‘tweeën’: Typ eerst ‘twee’, open dan het letterplankje en klik op de letter ë. De letter verschijnt in je tekst. Klik dan het letterplankje weer weg.

In het echte examen zit linksboven naast het vergrootglas nog een knop. Dat is de klok. Als je erop drukt zie je hoeveel tijd je nog hebt. Controleer dit regelmatig tijdens je examen. 15 minuten van tevoren krijg je een automatische waarschuwing op je scherm. Je hebt dan nog 15 minuten om je examen af te maken. 

In het examen zie je bij de deelschrijftaken en de korte schrijftaken in het tekstvlak waar je je antwoord moet typen rechtsonder een kleine W staan van Wordcount. Klik hierop en je ziet hoeveel woorden je hebt getypt. Zo weet je of je genoeg woorden hebt getypt bij de langere opdrachten.