1 De omgevingscirkels van verbondenheid

Depuydt et al. (A. Depuydt, J. Deklerck & G. Deboutte (red.) (2001). ‘Verbondenheid’ als antwoord op ‘de-link-wentie’? Preventie op een nieuw spoor. Acco) noemen vijf levensdomeinen waarbij verbondenheid (of het ontbreken ervan) gestalte kan krijgen. Hierbij krijgen we zicht op hoe de ander verbondenheid ervaart en op welk niveau die ander verbondenheid mist. In het vijfcirkelmodel willen ze de mens opnieuw verbinden met 1) zichzelf, 2) de andere mens, 3) de materie en 4) de sociale omgeving, vanuit een basisverbondenheid met 5) de natuurlijke omgeving, het levensgeheel.

5.6

Pas deze omgevingscirkels toe op volgende casus:

Cathy woont samen met haar man en 19-jarige dochter en was tot voor kort tewerkgesteld in een kleinschalig woonzorgcentrum als zorgkundige.
Begin 2020 begon Cathy slechter te zien door haar linkeroog. Uiteindelijk, na heel wat onderzoeken, bleek zij een hersentumor (meningeoom type 2) te hebben die begin april is verwijderd. Na een paar dagen kwam er hersenvocht langs haar neusgaten, waarna ze opnieuw is geopereerd. Het meest ingrijpend waren echter de 27 radioactieve bestralingen die ze kreeg.
Cathy geeft aan dat ze hiervoor reeds een lange lijdensweg heeft meegemaakt. Sinds de leeftijd van 20 jaar kampt ze met depressieve gevoelens. Uiteindelijk gaat ze hiervoor pas na zeven jaar in behandeling bij een psychiater, waarbij ze de diagnose van bipolaire stoornis krijgt. Hiervoor slikt ze al die jaren veel medicatie.
Na haar operatie is er nooit enige vorm van revalidatie voorgesteld. Ze weet ook niet wat de gevolgen zijn en of deze nog zullen weggaan. Ze voelt zich niet begrepen en weet niet hoe het verder moet.
Cathy heeft het gevoel tussen de mazen van het net te zijn geglipt en dat ze niet als mens wordt behandeld. Enkel het medische aspect is behandeld en men richt zich puur op de symptomen (zo wordt er medicatie gegeven om ze heel vaak misselijk is). Cathy benoemt het als: mijn hoofd is lichaamsvreemd. Ook haar naaste omgeving begrijpt het niet (bijvoorbeeld waarom ze door overprikkeling op dat moment niet kan antwoorden op een berichtje).
Ze geeft aan dat ze zich heel erg eenzaam voelt, want hoewel ze heel wat mensen om zich heen heeft, begrijpt niemand haar. Ze probeert deze mensen, ook haar man, te sparen: ze luistert wel naar hen, maar ze kan niet meepraten over wat er bijvoorbeeld op tv is. Ze vindt het ook moeilijk om tegen haar zus of vriendinnen te zeggen dat ze niet langer dan een kwartier kan afspreken, dus zegt ze dit niet en ondergaat ze het. ‘Ik ben eenzaam door de ziekte. Ik zit soms uren voor mij uit te staren.’
Ze voelt geen verbinding meer met de mensen om haar een, ook niet met haar man, die meer en meer wegvlucht in zijn hobby en er veel op uit trekt met zijn vriend. Ze leven naast elkaar heen, ze slapen niet meer samen, wat hun relatie ook niet ten goede komt. Ze geeft aan dat haar man ook meer dan vroeger een kort lontje heeft: hij is vaak gefrustreerd en is dan verbaal agressief. Hij geeft aan dat hij er ook last van heeft, dat ze ook eens aan hem moet denken. Het enige wat hen nog bindt, is het feit dat ze al veel moeilijke waters hebben doorzwommen.
Ze wil weer onder de mensen komen, misschien wil ze wel terug aan het werk. Ze weet niet hoe ze daaraan moet beginnen. Ze voelt zich afgeschreven omdat ze niets meer kan betekenen voor anderen. Ze vraagt zich letterlijk af of dit nu het laatste hoofdstuk in haar leven is.
 

  • Op welke dimensie(s) is Cathy de verbinding kwijt?
  • Wat betekent dit voor de ondersteuning die je als professional zal geven?
  • Waar ga je als eerste aandacht aan geven?
  • Welke stappen kunnen gezet worden om (terug) verbinding te maken op de verschillende niveaus?
     
2 Relationeel begrenzen

  • Lees nogmaals paragraaf 2.3. Hoe kun je relationeel begrenzen toepassen op de casus van Jente?

Laatste wijziging: donderdag, 6 april 2023, 10:23