Opdrachten bij hoofdstuk 8

1. Onderzoek je eigen samenwerkingscompetenties

Doel van de opdracht

• In deze opdracht maak je kennis met het begrip ‘interprofessioneel samenwerken’ en met de praktische competenties die bij dit samenwerken in de beroepspraktijk belangrijk zijn.
• Je beoordeelt je eigen samenwerkingscompetenties met behulp van het overzicht van Vyt (2012).
• Je vraagt een lid van jouw leerteam of een collega om jou op diezelfde competenties te beoordelen.
• Via een verdiepende dialoog bespreek je met deze persoon de uitkomsten: wat zijn je sterke kanten en waar wil je nog beter in worden?

Uitkomst

• Je weet welke competenties belangrijk zijn bij het interprofessioneel samenwerken.
• Je hebt inzicht gekregen in je eigen sterke kanten en je hebt geformuleerd welke competenties jij zou willen versterken.

Werkwijze

Je kunt op drie verschillende manieren kennismaken met de interprofessionele competenties zoals Vyt (2012) die heeft opgeschreven. Hij heeft voor vijf domeinen steeds zes competenties geformuleerd. Natuurlijk zijn alle dertig competenties belangrijk en waardevol, maar in een bepaalde context en in bepaalde gesprekken kan de nadruk telkens net ergens anders liggen. Een interne begeleider op school heeft vaak een andere rol en legt vanuit die rol wellicht andere accenten in een gesprek met een leerling dan de maatschappelijk werker die het gezin ondersteunt.

Opdracht

• Stel voor jezelf op een schaal van 1 tot 10 per domein vast hoe je jezelf op elke competentie beoordeelt.
• Vraag een medestudent of een collega om jou op dezelfde manier te beoordelen.
• Bespreek daarna in een verdiepende dialoog de opvallend hoge dan wel opvallend lage scores met deze medestudent of collega. Vraag om feedback. Vraag waar nodig door.
• Formuleer voor jezelf waarop jij jezelf verder zou willen ontwikkelen.
• Verwerk zowel de feedback van je medestudent of collega als je eigen ideeën voor ontwikkeling in bijvoorbeeld een professioneel portret.

2. De kern van interprofessioneel samenwerken

Doel van de opdracht

• Je leert wat de kern is van interprofessioneel samenwerken.
• Die kern kun je kort en bondig samenvatten.
• Die samenvatting kun je uitwerken in een infographic waarmee je aan jeugdigen, ouders, medestudenten of collega’s duidelijk kunt maken wat voor jou de essentie is van interprofessioneel samenwerken en hoe je dat met elkaar vorm en inhoud kunt geven.

Uitkomst

Je maakt een infographic waarmee je kunt laten zien en uit kunt leggen wat voor jou de essentie is van interprofessioneel samenwerken en hoe je dat, samen met anderen, vorm en inhoud kunt geven in stage of werksetting.

Opdracht

1. Lees het hoofdstuk over interprofessioneel samenwerken nog eens door.
2. Maak aantekeningen van de voor jou essentiële kenmerken van interprofessioneel samenwerken.
3. Ontwikkel een idee voor hoe je die kenmerken grafisch vorm zou kunnen geven, op zo’n manier dat er een toegankelijk communicatie-instrument ontstaat richting jeugdigen, ouders, medestudenten, collega’s of andere geïnteresseerden.
4. Werk dit idee praktisch uit in een infographic.
5. Presenteer jouw infographic aan medestudenten, collega’s, jeugdigen of ouders. Licht de infographic toe. Vraag je toehoorders om feedback en suggesties.
6. Verwerk de feedback en suggesties in een definitieve versie van jouw infographic.

Schuman, H. & Vries, P. de (2020). Passend Onderwijs in de praktijk: Kernthema’s en casuïstiek (pp. 145-159). Perspectief. Vyt, A. (2012). Interprofessioneel en interdisciplinair samenwerken in gezondheid en welzijn. Garant. Zaalen, Y. van, Deckers, S. & Schuman, H. (2018). Handboek interprofessioneel samenwerken in zorg en welzijn. Coutinho.