Opdracht 6.1: zoeken in databanken

  1. Bekijk de lijst van interventiedatabanken in de suggesties voor meer informatie uit het boek of op de website. Kun je zelf nog andere interessante databanken vinden?
  2. Kijk in twee verschillende databanken naar de zoekfilters. Zijn ze verschillend? Hoe zou dat komen denk je?
  3. Zoek bij een van beide databanken een interventie uit. Bekijk de beschrijving van de interventie. Beantwoord de volgende vragen:
    • Wat is het doel en de doelgroep van deze interventie?
    • Wat is het resultaat van deze interventie bij de doelgroep?
    • Kun je deze interventie zelf toepassen of doet de aanbieder dit?
    • Welke kosten maak je om deze interventie te kunnen toepassen?

Opdracht 6.2: stapsgewijs werken aan een eigen plan van aanpak

Hoe werk jij aan seksuele gezondheidsbevordering? Ontwikkel je eigen casus en plan van aanpak. Gebruik ervaringen uit je eigen stage of werkpraktijk en vul deze aan met analyses die een beter beeld geven van de context, de sterktes en zwaktes en de kansen en bedreigingen. 

  • Probleemdefinitie in het kort

Beschrijf in het kort de probleemdefinitie die je in opdracht 5.2 hebt opgesteld.

  • O.  Oplossingsrichting kiezen

  1. Leid je oplossingsrichting van je probleemdefinitie af. Er moet sprake zijn van een logische samenhang. Zorg ervoor dat de einddoelgroep en intermediaire doelgroep(en) duidelijk zijn. Maak duidelijk op welke wijze je veranderingen teweeg gaat brengen. Schrijf dit alles kort op.
  2. Maak een contextanalyse op de niveaus die relevant zijn voor de casus. Koppel daaraan een SWOT. Maak vervolgens een overzicht van relevante doelgroepen (inclusief de bredere groep stakeholders) bij de casus. Maak hierbij gebruik van de eerste drie werkbladen uit de toolbox bij dit hoofdstuk.
  3. Gebruik de informatie die je verzameld hebt als input voor de verandertheorie die je wilt gaan volgen (zie hiervoor werkblad 6.4 uit de toolbox). Tip: begin met het bedenken van het eindpunt (Wat is beoogde eindresultaat?) en redeneer van daaruit terug.
  4. Denk na wat er nodig is om draagvlak te creëren voor je plan. Kun je gebruik maken van voorstanders? Moet je rekening houden met tegenstand (en wat zou hierbij helpen)?
  5. Wat is er nodig aan financiën om je plan uit te kunnen voeren? Zijn kosten mee te nemen in reguliere bekostiging (door het plan bijvoorbeeld binnen je dienstverband uit te voeren) of niet? Welke extra kosten moeten er gemaakt worden? Wie gaat ervoor betalen? Voor het maken van een begroting kun je eventueel gebruikmaken van werkblad 6.6.
  6. Maak een samenvatting van wat je gevonden hebt. Verwoord kernachtig op welke wijze je aan de gekozen oplossing gaat werken.

  • De volgende stappen die nog nodig zijn om je casus/plan van aanpak verder uit te werken: 
    • IN – INterventiemix maken 
    • T – Toekomstbestendig maken

Laatste wijziging: woensdag, 17 mei 2023, 11:10