1. Armoede wordt door de auteurs van dit hoofdstuk een relatief, multifactorieel, structureel en gradueel verschijnsel genoemd.
    1. Licht elk van deze vier aspecten toe aan de hand van een praktijkvoorbeeld.
    2. Waarom is het zo moeilijk voor mensen om zich aan armoede te ontworstelen?
  2.  
  3. Hulp- en dienstverleners die werken met mensen in armoede putten uit drie verschillende omgevingskrachten: omgevingsbronnen, sociale relaties en mogelijkheden.
    1. Beschrijf kort wat er met die termen bedoeld wordt.
    2. Geef aan hoe Karin en Margret daarmee gewerkt hebben bij respectievelijk Greet en Mamadou.
  4.  
  5. De auteurs van hoofdstuk 8 beschrijven drie rollen die de sociaal werker als generalist kan opnemen in een netwerk: informatieverstrekker, ondersteuner en onderhandelaar.
    1. Geef concrete voorbeelden uit de cases van Greet en Mamadou waarin de verschillende rollen tot uitdrukking komen.
    2. Zie jij nog andere belangrijke rollen die de sociaal werker in kan nemen in het werken met individuele cliƫnten / cliƫntsystemen? Geef hiervan voorbeelden.