1. Ook in deze tijd worden mensen opgenomen in instellingen. Het kan gaan om ouderen in verpleeghuizen maar ook om kinderen in ggz-instellingen. Noem voor- en nadelen van het opgenomen zijn in een instelling.
  2.  
  3. Geef aan wat bedoeld wordt met de verschuiving in de langdurige zorg van leefgroepen naar sociale netwerken.
  4.  
  5. In de vermaatschappelijking wordt wel gesproken over fysieke en sociale integratie.
    1. Wat is het verschil tussen fysieke en sociale integratie?
    2. Welke van de twee is het moeilijkst om te realiseren?
    3. Ken je in jouw omgeving voorbeelden van mensen met een beperking die gebruikmaken van beschermd wonen? Ga na in hoeverre er in het voorbeeld sprake is van fysieke en sociale integratie.
  6.  
  7. Normalisering en integratie vragen iets van de omgeving van de cliënt die zelfstandig woont in een gewone buurt, maar ook iets van de cliënt met een beperking zelf.
    1. Wat vraagt dit van beide kanten?
    2. Waar wringt het mogelijk?
  8.  
  9. Waarom speelt ervaringsdeskundigheid een steeds grotere rol in het sociaal werk? Welke invloed kan dit hebben op de relatie die een sociaal werker heeft met een cliënt?
  10.  
  11. Een van de uitgangspunten van sociaal werk is dat de persoonlijke voorkeur van de cliënt centraal staat en niet de mening van de begeleiders. Wat is het gevolg van dit uitgangspunt voor de relatie tussen de sociaal werker en de cliënt? Kun je voorbeelden geven waar dit in het gedrang komt en hoe de sociaal werker hiermee kan omgaan?
  12.  
  13. Zoek op internet het VN-verdrag voor mensen met een handicap op. Ga met medestudenten na of en zo ja waarom het nodig is dat er naast het mensenrechtenverdrag een apart verdrag bestaat voor mensen met een handicap.
  14.  
  15. Supported living is een veelgehoorde term in het sociaal werk voor mensen die om uiteenlopende redenen niet zelfstandig kunnen wonen.
    1. Geef aan wat precies met de term supported living bedoeld wordt.
    2. Waarom maakt supported living deel uit van het groepsgericht sociaal werk?
  16.  
  17. In sociaal werk wordt gesproken over de twee dimensies inclusief werken en inclusiegericht werken.
    1. Beschrijf het verschil tussen deze twee dimensies.
    2. Ga met medestudenten na wat sociale professionals allemaal kunnen doen aan het versterken van sociale netwerken van mensen met een beperking.