Gewoontes zijn vaste patronen die zich in je hersenen hebben gevormd op basis van wat je van huis uit hebt meegekregen in je genen (nature) en tijdens je opvoeding hebt aangevuld met zelf aangeleerd gedrag (nurture). Het is erg lastig om deze diepgewortelde patronen te doorbreken; nieuw gedrag, een nieuwe gewoonte of een nieuw patroon moet echt van wezenlijk belang voor je zijn, wil je het gaan inpassen.

Psychologen, sociologen en biologen doen onderzoek naar het ontstaan van gedrag en de factoren die daarbij een rol spelen. We kunnen onderscheid maken tussen onderzoek dat zich richt op het verklaren van gedrag en onderzoek dat zich richt op het voorspellen van gedrag. Het eerste kijkt naar gedrag dat optreedt in bepaalde situaties en is reactief en retrospectief. Het tweede kijkt naar situaties die worden gecreëerd om bepaald gedrag uit te lokken en is proactief en prospectief. Een model dat bepaald gedrag verklaart, kan ook worden gebruikt om gedrag te voorspellen dat je bij bepaalde activiteiten ontwikkelt op basis van de mogelijke effectieve factoren (in vaktaal determinanten) uit dat model. 

In dit onderdeel behandelen we de theorie van de meestvoorkomende gedragsmodellen die je kunt gebruiken om gedragsverandering tot stand te brengen. Op een gegeven moment is het je duidelijk aan welk leefstijlaspect je cliënt of groep wil gaan werken. Dat is het moment waarop de gedragsmodellen van pas komen. Ze helpen je om te bepalen op welke determinant je cliënt of groep het best een activiteit kan gaan ontwikkelen.

 

Na dit onderdeel kun je de volgende modellen beschrijven en gebruiken:
  •          sociale leertheorie (Bandura & Walters, 1977);
  •          health belief model (Rosenstock et al., 1988);
  •          elaboration likelihood model (Petty & Cacioppo, 1986);
  •          ASE-model (De Vries et al., 1988);
  •          Stages of Change model (DiClemente & Prochaska, 1998);
  •          I-Change model (De Vries et al., 2003);
  •          Self Determination Theory (Deci & Ryan, 2008);
  •          gedragswiel (Michie et al., 2011).